Frequently Asked Questions

AANZICHT DEFINIËREN

Als u het gewenste aanzicht in beeld hebt, klikt u via het tabblad Beeld in de groep Aanzichten op de onderste helft van de knop Boven-/Vooraanzicht of Perspectief. Kies voor Gedefinieerde aanzichten en klik op Nieuw aanzicht/perspectief definiëren.

Hierna geeft u het aanzicht een naam en klikt op OK.

(De keuze voor “Definieer ook voor nieuw ontwerp” is standaard niet gemarkeerd. “Toon onbekende laag” is standaard wel gemarkeerd. U hoeft hier niets aan te wijzigen, tenzij u standaard ook bij andere tekeningen hetzelfde aanzicht wilt definiëren. U vindt hierover meer informatie in de uitgebreide handleiding in het Help Center: How-to… Gedefinieerde aanzichten).

Wijzigen van gedefinieerde aanzichten

Als u een reeds eerder gedefinieerd aanzicht op uw scherm hebt waarin u de kijkpositie, lagen, renderinstellingen, maatlijnen of teksten hebt gewijzigd, kunt u deze als volgt bewaren; U selecteert het te wijzigen aanzicht door deze in het veld gedefinieerde aanzichten met rechts aan te klikken en te kiezen voor Wijzigen.

Vraag: De melding ‘Fout m.b.t. werkbladnaad’ / Hoeknaden opslaan is niet mogelijk

Een automatisch langs een muur geplaatst werkblad heeft, in het geval van een schiereiland, een afwijkende richting. Daarom zal de lengterichting moeten worden gewijzigd. Als u deze niet corrigeert, ontstaat in ons voorbeeld een werkbladdiepte die niet leverbaar is. De correcte werkbladdelen zijn groen weergegeven. Het te corrigeren werkbladdeel is rood weergegeven.

Antwoord: Sluit de melding door op OK te klikken. Klik op het icoon voor nerfrichting (in het scherm bewerk werkblad) waarna u pijlen ziet die de nerfrichting aangeven. Klik op de knop volgende totdat het gewenste bladdeel is geselecteerd.

Wijzig de lengterichting door te klikken op de groene punt in de richtingpijl.

Nu kunt u kiezen voor volgende stap.

Mocht dit niet lukken dan kunt u als volgt het werkblad achteraf bewerken:
Klik in het tabblad Toevoegen op de onderste helft van de knop Automatisch plaatsen. Kies voor Bewerk werkblad.

Inleiding: Een werkbladdeel heeft een voor- en een achterzijde. Van dit principe wordt het werkblad in het vooraanzicht getoond. Wanneer dit niet het geval is, betreft het veelal een hoekwerkblad waar nog geen hoeknaad is gekozen. Dit kan een hoekkeuken zijn die tegen de muur staat, maar zoals in dit voor beeld ook een eiland in het hoek getekend. Dus zonder hoeknaad ziet Design het hoekwerkblad als één groot object en is er geen duidelijke voor- en achterzijde.

Antwoord: Een hoeknaad toevoegen. Klik op het tabblad Toevoegen in de groep Standaard en klik onderaan op het pijltje van het icoon Automatisch plaatsen en kies voor Werkblad bewerken.

Ga via Volgende stap naar het volgende tabblad Naden (1). Klik op het rode blokje (2) in de hoek van het werkblad en kies één van de voorgestelde naden (3) en bevestig dit met Opslaan (4). Controleer voor de zekerheid de nerfrichting (5) (de nerfrichting bepaald namelijk mede de voor- en achterzijde van een werkbladdeel).

Bij het onderste werkbladdeel ziet u de nerfrichting dwars op de lengte staan. Wijzig de nerfrichting met een klik in het midden van de rode pijltjes en zie dat de grote pijl die de nerfrichting laat zien een kwartslag roteert. Plaats bij voorkeur de nerfrichting in de lengte van het werkblad, daarmee is de voor- en achter zijde weer duidelijk. Wanneer nodig selecteert u het andere werkbladdeel met de blader knop bovenaan in de knoppenbalk. Zie dat het actieve deel groen van kleur is. Voltooi via Volgende stap het bewerken van het werkblad.

Het werkblad is weer zichtbaar in het vooraanzicht.